De geschiedenis
van Brits lamsvlees

De geschiedenis van Brits lamsvlees

De Britten hebben een eeuwenoude traditie met schapen en lammeren. De eerste schapen werden door de oude Romeinen naar Engeland gebracht voor de productie van wol. Kleding maken was het hoofddoel. Maar de schapen deden het zo goed in Engeland dat er snel duizenden stonden te grazen en de uitvoer van schapenwol werd de belangrijkste bron van inkomsten voor het Engels koninkrijk.

 

Tijdens de middeleeuwen werd de Engelse wol in Vlaanderen en Brabant gesponnen, geweven tot stoffen en doorverkocht aan heel Europa.

 

Dankzij dit succes zijn er veel meerdere schapenrassen ontwikkeld, die in de verschillende klimaten en begroeiingen goed konden gedijen. Het eerste doel was natuurlijk de wolproductie, waardoor er inherent hieraan voldoende lams en schapenvlees was in Engeland. Hierdoor ontstonden er vele gerechten (denk aan haggis, shepherd pie en Irish stew) die nog steeds tot de traditionele volkskeuken van Engeland behoren.

 

Engeland beschikt over de perfecte omstandigheden voor de productie van hoge kwaliteit, met een gematigd en vochtig klimaat, waarbij meer dan de helft van het totale gebied is bedekt met groene weilanden. De schapen doen het goed in een onbedorven omgeving en produceren lammeren die gevoerd worden met sappig gras, met een milde smaak en textuur.

 

Het Britse platteland kent een grote verscheidenheid aan klimaten en landbouwvormen, wat in de loop van de eeuwen geleid heeft tot de ontwikkeling van vele soorten schapen, waaronder de beroemde Suffolk, Soutdown, Shropshore, Dorset en Leicester.

De Britten houden al eeuwen schapen en lammeren. De boeren gaan tot vandaag de dag respectvol om met de schapen en lammeren. Het vlees is dan ook van onovertroffen kwaliteit.

De smaak van Brits lamsvlees

Brits lamsvlees is afkomstig van gezonde en gelukkige dieren. De lammeren grazen het hele jaar door op de Engelse heuvels, krijgen sappig gras en worden niet bijgevoerd. Dit maakt het Britse lamsvlees heerlijk smaakvol. Een sensatie die je niet wil missen.

In Groot-Britannie lammeren de schapen het hele jaar door. De verschillende rassen hebben zich aangepast aan de klimaten. Brits lamsvlees is dus het hele jaar vers verkrijgbaar.

De lammeren krijgen in hun prille jeugd de kans om zich vol te proppen met allerlei jonge planten en kruiden. Het gevarieerde voedsel zorgt ervoor dat het vlees van het lam kleur en een grassig aroma krijgt. Melklam heeft van origine weinig smaak en kleur. De Engelsen houden hier juist wel van en laten de lammeren eerst een periode gras eten als ze van de moedermelk af zijn.

 

De smaak van lamsvlees van lammeren van vier tot negen maanden is het best. Dit jonge vlees heeft een mooie structuur en een zeer delicate eigen smaak. Goed lamsvlees is stevig en lichtroze, met een fijnvezelige structuur en een zijdeachtige glans. Als lamsvlees ouder is dan 12 maanden (we noemen het dan schaap), krijgt het een vrij sterke geur en smaak, die niet iedereen kan waarderen.

 

Salt marsh lamb

Groot-Britannië heeft lamsvlees dat bekendstaat als salt marsh lamb. Deze lammeren worden grootgebracht op ziltige weilanden aan de zee. Een uitzonderlijk stuk lamsvlees met excellente smaak en tedere structuur. Dit komt uiteraard door de zoutige ondergrond, maar ook omdat ze niet in de heuvels leven. Ze zijn hierdoor minder vet. Vooral bijzonder is dat het vlees niet naar zout of zeewier smaakt, maar een hint geeft van de frisse zeewind, kruidige lavendel en zeekraal. Vooral het Lake District, Somerset, Kent en Cornwall blinken uit in deze uitgelezen kwaliteit van lamsvlees: Salt marsh lamb. In Frankrijk noemen ze dit l’agneau pré-sále, het zogenaamde voorgezouten lamsvlees.

De geschiedenis
van Brits lamsvlees

De geschiedenis van Brits lamsvlees

De Britten hebben een eeuwenoude traditie met schapen en lammeren. De eerste schapen werden door de oude Romeinen naar Engeland gebracht voor de productie van wol. Kleding maken was het hoofddoel. Maar de schapen deden het zo goed in Engeland dat er snel duizenden stonden te grazen en de uitvoer van schapenwol werd de belangrijkste bron van inkomsten voor het Engels koninkrijk.

 

Tijdens de middeleeuwen werd de Engelse wol in Vlaanderen en Brabant gesponnen, geweven tot stoffen en doorverkocht aan heel Europa.

 

Dankzij dit succes zijn er veel meerdere schapenrassen ontwikkeld, die in de verschillende klimaten en begroeiingen goed konden gedijen. Het eerste doel was natuurlijk de wolproductie, waardoor er inherent hieraan voldoende lams en schapenvlees was in Engeland. Hierdoor ontstonden er vele gerechten (denk aan haggis, shepherd pie en Irish stew) die nog steeds tot de traditionele volkskeuken van Engeland behoren.

 

Engeland beschikt over de perfecte omstandigheden voor de productie van hoge kwaliteit, met een gematigd en vochtig klimaat, waarbij meer dan de helft van het totale gebied is bedekt met groene weilanden. De schapen doen het goed in een onbedorven omgeving en produceren lammeren die gevoerd worden met sappig gras, met een milde smaak en textuur.

 

Het Britse platteland kent een grote verscheidenheid aan klimaten en landbouwvormen, wat in de loop van de eeuwen geleid heeft tot de ontwikkeling van vele soorten schapen, waaronder de beroemde Suffolk, Soutdown, Shropshore, Dorset en Leicester.

De Britten houden al eeuwen schapen en lammeren. De boeren gaan tot vandaag de dag respectvol om met de schapen en lammeren. Het vlees is dan ook van onovertroffen kwaliteit.

De smaak van Brits lamsvlees

Brits lamsvlees is afkomstig van gezonde en gelukkige dieren. De lammeren grazen het hele jaar door op de Engelse heuvels, krijgen sappig gras en worden niet bijgevoerd. Dit maakt het Britse lamsvlees heerlijk smaakvol. Een sensatie die je niet wil missen.

In Groot-Britannie lammeren de schapen het hele jaar door. De verschillende rassen hebben zich aangepast aan de klimaten. Brits lamsvlees is dus het hele jaar vers verkrijgbaar.

De lammeren krijgen in hun prille jeugd de kans om zich vol te proppen met allerlei jonge planten en kruiden. Het gevarieerde voedsel zorgt ervoor dat het vlees van het lam kleur en een grassig aroma krijgt. Melklam heeft van origine weinig smaak en kleur. De Engelsen houden hier juist wel van en laten de lammeren eerst een periode gras eten als ze van de moedermelk af zijn.

 

De smaak van lamsvlees van lammeren van vier tot negen maanden is het best. Dit jonge vlees heeft een mooie structuur en een zeer delicate eigen smaak. Goed lamsvlees is stevig en lichtroze, met een fijnvezelige structuur en een zijdeachtige glans. Als lamsvlees ouder is dan 12 maanden (we noemen het dan schaap), krijgt het een vrij sterke geur en smaak, die niet iedereen kan waarderen.

 

Salt marsh lamb

Groot-Britannië heeft lamsvlees dat bekendstaat als salt marsh lamb. Deze lammeren worden grootgebracht op ziltige weilanden aan de zee. Een uitzonderlijk stuk lamsvlees met excellente smaak en tedere structuur. Dit komt uiteraard door de zoutige ondergrond, maar ook omdat ze niet in de heuvels leven. Ze zijn hierdoor minder vet. Vooral bijzonder is dat het vlees niet naar zout of zeewier smaakt, maar een hint geeft van de frisse zeewind, kruidige lavendel en zeekraal. Vooral het Lake District, Somerset, Kent en Cornwall blinken uit in deze uitgelezen kwaliteit van lamsvlees: Salt marsh lamb. In Frankrijk noemen ze dit l’agneau pré-sále, het zogenaamde voorgezouten lamsvlees.